Ik heb met veel interesse het boek gelezen van Natascha Kampusch 'Diefstal van mijn Jeugd' (oorspronkelijke titel: 3096 Tage). Natascha Kampusch werd wereldnieuws in 2006 toen ze er in slaagde, te ontsnappen uit de greep van Wolfgang Priklopil die haar acht en half jaar gevangen hield in een ondergrondse ruimte in het Oostenrijkse Strasshof.
In dit boek geeft ze aan het verschrikkelijk te vinden dat ze van de buitenwereld zich weer zielig moet voelen. Omdat ze niet alleen haat verkondigd over de dader maar ook positieve dingen vertelt over hem, wordt haar het label van 'stockholmsyndroom' opgespeld. Het stockholmsyndroom is het psychologische verschijnsel dat gegijzelden begrip hebben voor hun ontvoerder. Ze zegt dat ze 'de veroordelende diagnose' van het stockholmsyndroom stellig afwijst. 'Want hoe medelijdend ze ook mogen kijken wanneer ze dat begrip zo uit hun mouw schudden, het effect is verschrikkelijk: daardoor wordt een slachtoffer voor de tweede keer slachtoffer en wordt hem of haar de kans ontnomen om zelf over het gebeurde te oordelen.' Ze geeft aan dat de toenadering tot de dader 'een strategie is om een uitzichtloze situatie te kunnen overleven'.
Ze geeft een aantal wijze uitspraken:
'Niets is alleen maar zwart of alleen maar wit. En niemand is alleen maar goed of alleen maar slecht. Dat gold ook voor mijn ontvoerder. Dat zijn uitspraken die men een slachtoffer van ontvoering niet graag hoort doen, omdat het vaste beeld van goed en kwaad wordt verstoord.' En: 'onze maatschappij heeft behoefte aan daders als Wolfgang Priklopil, zodat we het kwaad dat onder ons verkeert een gezicht kunnen geven en van de rest van de samenleving kunnen scheiden.' Hoe waar is dit. We willen graag het zwart-wit houden en de misdadiger een bruut kunnen noemen zodat we van ons zelf kunnen zeggen dat we goed zijn. En daarmee ontlopen we het kwade in ons zelf.
Na lezing van het boek heb ik het item over Natascha Kampusch op Wikipedia verbeterd en meteen haar visie op het stockholmsyndroom toegevoegd.